dinsdag 8 september 2015

GTA (Grande Traversata delle Alpi) – 2e etappe: Sant’ Antonio di Valvogna – Alpe Macagno

Ik ben om 6:oo uur opgestaan om vroeg te kunnen vertrekken, 7:00 uur.
De lucht is volledig uitgeklaard zoals voorspeld. Breackfast is basic. Ik betaal in totaal, avondmaal inbegrepen (zeer lekker konijntje, groentesoep en ’s middags ravioli) €53,5.
Nu begint het ernstige werk. Een etappe van 9,3 km, 903 meter klimmen en 77 meter dalen.
Een prachtige bergwandeling maar naar het einde toe vergt het de totale inspanning.
Ik neem regelmatig een rustperiode en foto’s.


Er steekt mij een groep Italianen voorbij die ik later op de dag nog zal tegenkomen.

Alpe Macagno is basic, om niet te zeggen primitief. 
Alpe Macagno; op de verdieping van het eerste gebouw, links slaap ik, midden is de woning van de eigenaars, en tussen het tweede en derde gebouw, niet zichtbaar op de foto, bevindt zich de ruimte waar de kazen rijpen.
De drie met natuurstenen opgetrokken gebouwen zijn bedekt met een dak van platte stenen. Één verdieping; beneden de koeien, daarboven de leefruimte of een hooizolder.
Mijn bed, een houten bak, staat op de hooizolder van het eerste gebouw links op de foto. Hij is gevuld met een strooien matras, met daarbovenop maar liefst vier dikke dekens en drie kussens. En het zal nodig zijn vannacht want door het stenen dak kan ik morgenvroeg zien welk weer het is zonder dat ik uit mijn bed moet komen.
In de ‘living’ van de boerderij, verlicht door een gaslamp en een open vuur zit het Italiaans gezelschap te eten en vooral te drinken. Later, naarmate het mengsel van grappa, rode en witte wijn meer en meer zijn werk begint te doen komt er ook nog gezang bij.
Rond zeven uur vertrekken ze terug naar beneden in het dal, vrolijk zingend en mekaar ondersteunend.
De beide bewoners, Germano en Alessio moeten nu nog beginnen aan het maken van hun kaas. Dat doen ze tweemaal per dag; ’s morgens rond zeven uur en ’s avonds rond acht uur. Daarvoor worden de honden met veel geroep en getier aangespoord de 24 koeien bijeen te drijven en naar de stallen te brengen waar ze gemolken worden.
Daarvoor beschikken de eigenaars over een kleine generator die de nodige stroom levert om hun melkmachine aan te drijven.
In het najaar levert dat ± 140 liter melk op die onmiddellijk verwerkt wordt tot kaas. In het begin van de lente is dat het dubbele.
Na verwarming boven het open houten vuur en de nodige bewerkingen resulteert dat in twee ‘Toma del Macagno’ van ± 3 kilo, de enige echte. Per dag geeft dat een productie van vier kazen. 


Daarna wordt van de room ook nog één maal per dag boter gemaakt. 


Elke zondag brengt Germano persoonlijk de boter en zijn ‘Toma’s’, die ongeveer een maand gerijpt hebben in het derde gebouwtje op dezelfde foto, naar het dal bij enkele klanten met een van de 6 paarden die ze daarvoor op de Alpe lopen hebben.

In het hoogseizoen zijn dat dus tussen de 56 en 60 kazen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten